Het eindpunt van Amsterdam
Ooit was er geen Jan Eef. Er waren weilanden en boerderijen in een groot polderlandschap, de Baarsjespolder. De bebouwde kom – die in 1900 zeker niet zo werd genoemd – van Amsterdam hield op bij de kruising Jan Evertsenstraat / Witte de Withstraat. Men kwam alleen in De Baarsjes om een dagje weg te zijn. Frisse lucht opsnuiven langs het water en kuieren langs de weilanden. Je moest wat in die tijd.
De stad Amsterdam begon inmiddels akelig vol te raken – zo´n 511.000 Amsterdammers woonden als ratten op elkaar – dus er moesten meer huizen gebouwd worden. En ziedaar, een groot onbebouwd poldergebied lag te lonken.
In 1925 was er ineens de Jan Evertsenstraat. De eerste overdekte winkelstraat van Nederland! Vernoemd naar de Zeeuwse zeeheld Jan Evertsen (1600-1666). Aangelegd in de stijl van de Amsterdamse School. Met twee sterke herkenningspunten aan de horizon, de torens van H.P. Berlage op het Mercatorplein.
Tekst: Racheda Kooijman