Samen in de Baarsjes
De Baarsjes: een gemengde buurt, of juist een buurt waarin iedereen naast elkaar leeft? Buurtbewoner en moeder Milena Mulders gaat voor De Jan Eef op onderzoek uit. In deel twee: het schoolplein. Wat voor invloed hebben ouderinitiatieven gehad op ‘zwarte’ en ‘gemengde’ basisscholen in De Baarsjes?
Ik koos er bewust voor om in West te blijven wonen. Een van de belangrijkste redenen daarvoor was dat mijn zoon hier zou leren ‘samenleven’: met veel verschillende mensen omgaan en niet bang zijn voor alles wat vreemd of anders is. Toen hij naar de Rosa Boekdrukkerschool ging, deed ik in het begin nog wel mijn best om de andere moeders en vaders te leren kennen. Maar mijn aandacht verslapte en voor ik het wist verviel ik – en met mij velen – in het bekende gedrag van ons kent ons en soort zoekt soort. Ik vond het prima zo. Onze kinderen zaten met elkaar in de klas en speelden na schooltijd samen op het plein. Ook als ouders waren we vriendelijk tegen elkaar en stonden we naast elkaar. Ok, wel ieder met zijn eigen groepje, maar dat is logisch. Toch?
Partijtjes
Mijn eigen zoon attendeerde mij er op een dag op dat in zijn klas steeds dezelfde kinderen niet werden uitgenodigd voor verjaardagsfeestjes. Het kwam niet bij hen op om daar verdrietig over te zijn. Het waren kinderen die zelf ook nooit andere kinderen uitnodigden voor een feestje, kinderen waarvan ik de ouders niet echt kende, of waarvan ik de ouders zelfs nog nooit had gezien. Ik raakte erover in gesprek met het koppel Max en Caro, twee betrokken ouders die zich ieder op hun eigen manier niet neerleggen bij de status quo. Caro omdat ze nieuwsgierig is naar alle mensen; Max omdat hij zich zorgen maakt over de toekomst van sommige kinderen als we de situatie nu op zijn beloop laten. Max: ‘Uitsluiting ontstaat ook zonder kwade bedoelingen. Dit is hoe het gaat als niemand er iets van zegt.’
Ouderinitiatieven
Zes jaar geleden nam Shirley Brandeis het initiatief om de Rosa Boekdrukkerschool te gaan mengen. Veel ouders hadden, net als ik, de behoefte om hun kinderen te laten opgroeien in een omgeving die een afspiegeling van de samenleving is. Maar veel buurtscholen waren ‘zwart’ en de eerste gemengde school in De Baarsjes (de Sint Janschool) zat vol. Dus besloot Shirley ouders te gaan ‘ronselen’ voor haar initiatief Samen naar school. Mijn zoon behoort tot de tweede lichting. Inmiddels heeft de Rosa Boekdrukkerschool een wachtlijst. Een succesverhaal dus, als je naar de cijfers kijkt. Maar hoe werkt dat in de praktijk?
Joop Westerweel
Iets later dan de Rosa Boekdrukkerschool begon ook de Joop Westerweelschool te mengen. Inmiddels is deze school tot en met groep 4 gemengd. De Joop Westerweel is een ‘Vreedzame school’, een methode die handvatten biedt om samen te werken aan een sfeer van respect voor elkaar. Na de aanslagen in Parijs zag directeur Dick Haanraadts groepjes ontstaan op het schoolplein, op een andere manier dan anders. ‘Toen hebben we meteen een ouderbijeenkomst belegd. Er was geen plan, alleen een open ruimte om het er met elkaar over te hebben. Ik heb huilende Islamitische vrouwen hier gehad die zo blij waren dat we dit hadden gedaan. Of het ouders dichter bij elkaar heeft gebracht, is lastig te zeggen. De afstand werd in ieder geval niet groter. Om het met elkaar over moeilijke dingen te kunnen hebben, moet je eerst een band opbouwen.’
Slingers en taart
Een van die moeilijke dingen is de manier waarop de ‘nieuwe’ ouders op de scholen werden binnengehaald. Zowel op de Rosa Boekdrukker als op de Joop Westerweel werden zij verwelkomd met – bij wijze van spreken – slingers en taart. En sommige ‘oude’ ouders, bijvoorbeeld een moeder die ik spreek op de Rosa Boekdrukker, vonden dat lastig. Haar zoons zaten al op die school toen het nog een zwarte school was. Haar dochter zit nu in groep 2. In haar beleving ging de komst van de ‘witte’ kinderen gepaard met veel voordelen en extra’s. Deels had dat te maken met beschikbare financiering; deels ook met het feit dat de ‘witte’ ouders een andere ‘taal’ spreken en andere eisen stellen. ‘Je moet je voorstellen: wij vochten al jaren voor nieuwe boeken, nieuwe lesmethodes of lesmiddelen maar kregen niks. Nu krijgt mijn jongste kind alle aandacht en middelen omdat ze – ik kan er helaas niks anders van maken – bij “Annabel” in de klas zit.’ Toch besloot deze moeder op de Rosa Boekdrukkerschool te blijven. ‘De komst van de “witte” kinderen heeft de school ook positief veranderd: het is ook écht een betere school geworden. Mijn dochter heeft daar profijt van, maar voor mijn zoons komt het te laat.’
Samen
Degi ter Haar, initiatiefnemer van het ouderinitiatief op de Joop Westerweel, herkent het zeer van de ‘oude’ ouders. ‘Die gevoelens komen nu pas naar boven. Toen is het ons blijkbaar niet voldoende gelukt om het belang van “samen” duidelijk te maken aan álle ouders en het is goed dat daar nu wel over gepraat wordt.’ Tijdens mijn gesprek met Degi schuift Aicha aan, huisvriendin van de familie Ter Haar. Ook de oudste zoon van Aisha zat op de Joop Westerweel voordat die gemengd raakte. Ze heeft er veel van geleerd, zegt ze. Vooral om haar mond open te trekken. Lachend: ‘Zoals de “witte” ouders dat ook doen.’ Mede-initiatiefnemer van het ouderinitiatief op de Joop Westerweel, Jocelyn de Kwant, vertelt: ‘Nu ik wat langer mijn best doe, heb ik contact met een aantal moeders met wie ik echt een klik heb. Ik heb gemerkt hoe gemakkelijk het gaat. Ieder mens heeft een eigen verhaal. Als je niet met elkaar praat, ga je het over “wij” en “zij” hebben. Je gaat het individu dan als vertegenwoordiger van de groep zien. Ik zie mezelf niet als representatief voor De Nederlander, en ik zie Aicha niet als De Marokkaan. Dat komt doordat ik haar heb leren kennen.’
Positieve actie
Iedereen is het erover eens: de behoefte om elkaar te naderen is er. De vraag blijft: hoe doe je dat? Max schreef samen met een paar andere ouders een open brief aan alle ouders waarin hij opriep tot meer dialoog. Hij las die voor in de ouderkamer: ‘Ik voel me niet prettig bij negatieve vooroordelen en angst binnen onze maatschappij. Ik heb behoefte aan positieve actie. Onze kinderen groeien met elkaar op en wij zien elkaar iedere dag op het schoolplein. Dat gaat goed, maar ik denk dat het nog veel beter kan gaan als we er samen actief aan werken. Wij kunnen voor onze kinderen het verschil maken. En onze kinderen zullen dat meenemen in een wereld van openheid en respect voor elkaar.’ Ook Jocelyn gelooft in positieve actie: ‘We leven in parallelle werelden. Veel, maar zeker niet álle ouders hebben het gevoel dat het wel prima is zo. Maar we staan ook op een keerpunt. Heel veel mensen voelen: het klopt niet zo; het kán ook anders. En daar wordt het alleen maar leuker van.’
Tekst en foto’s: Milena Mulders
Leuk artikel! Mijn kinderen zitten op De Roos. Mijn ervaring is daar dat het contact vanaf het begin goed liep. Mede doordat bij de eerste partijtjes die mijn zoontje meemaakte de hele klas werd uitgenodigd, voor een feestje in speeltuin of park. Het contact met ouders met verschillende culturele achtergronden vind ik zelf een verrijking van mijn leven. In mijn eerste ca. 20 jaarin Amsterdam was mijn kennissenkring verbazingwekkend homogeen. Hoe het precies komt dat het bij ons op school zo goed loopt, weet ik niet. Mijn vermoeden is dat het te maken heeft dat het een heel erg gemengde school is, met kinderen met heel veel verschillende achtergronden. Bij mijn zoontjes zaten/zitten bijv. kinderen uit Nigeria, Bangladesh en Finland in de klas.
Ik bedacht me dat ik niet duidelijk zei wat ik bedoelde: Ik denk dat doordat het een heel erg gemengde school is, er niet een duidelijk dominante groep is, en dat dat wellicht een positief effect heeft op de relaties. En kinderen zouden zich erg beperken als ze alleen maar met ‘hun eigen soort’ zouden omgaan, want van elke ‘soort’ zit maar een handvol leerlingen in de klas.