Over mijnen en migratie. In gesprek over roots en (niet) anders zijn
Milena woont in de Baarsjes maar komt oorspronkelijk uit Zuid-Limburg. In 2009 publiceerde ze het boek ‘Met de buik het brood achterna. Mijn Sloveense geschiedenis’. Een verhaal over mijnen en migratie. Ze ging erover vertellen in de gemengde Amsterdamse klas van haar zoon. En dat leidde tot bijzondere gesprekken.
Naar schatting 98% van de Nederlanders heeft buitenlandse voorouders. Ik las het op de website www.vijfeeuwenmigratie.nl Zelf deed ik ooit onderzoek naar mijn eigen voorgeschiedenis en schreef daar een boek over. Dat boek droeg ik op aan mijn zoon Kick én aan mijn eigen moeder. Hij geboren in Amsterdam-West; zij in Joegoslavië (het huidige Slovenië). In de lijn van mijn serie over ‘Samen Leven in de Jan Eef’ en mijn betrokkenheid bij Ieder1 in West besloot ik over mijn boek en zoektocht te gaan vertellen in de klas van mijn zoon en de kinderen uit te dagen om met hun ouders én elkaar in gesprek te gaan over (hun) afkomst. Ik was benieuwd of mijn niet alledaagse familieverhaal kinderen zou kunnen inspireren om anders naar zichzelf en de ander te gaan kijken.
‘Pickaxe’
Met een schilderij van mijn grootvader onder mijn arm toog ik in de laatste week voor de grote vakantie naar de Rosa Boekdrukkerschool. Dat ik uit Zuid-Limburg kom, dat hoort ieder kind. Dat hun klasgenootje Kick ook wortels heeft in Slovenië en Italië, dat wist eigenlijk niemand. De kinderen hingen aan mijn lippen toen ik vertelde over mijn Joegoslavische grootvader die in Zuid-Limburg tot wel 100 meter onder de grond had gewerkt om met een pikhouweel van wel 15 kilo (“O je bedoelt een pickaxe?”) en in een kruipruimte van soms maar 60 centimeter steenkool uit te hakken. Weinigen wisten dat er een land genaamd ‘Joegoslavië’ had bestaan en dat dat land er nu niet meer is.
Museumtafel
De opdracht luidde: maak een collage en neem een object mee voor de ‘Museumtafel’ of iets waar je over kunt vertellen. Sommige kinderen doken er vol enthousiasme in; anderen vonden het best lastig om over hun buitenlandse afkomst te praten. “
Mijn vader komt ook uit Italië! En mijn moeder is Marokkaans!”
“Mijn moeder is geboren in Swaziland.”
“Mijn familie komt uit China en Suriname.”
“Mijn vader komt uit Pakistan.”
“Mijn vader is van Curaçao.”
“Ik ben gewoon Marokkaans.”
“Ben ik dan ook Moslim?”
Verrassend waren de reacties van sommige ouders. Alsof er een deur openging naar een wereld die hen vaag bekend voorkwam! Zo spoorde de 9-jarige Reyer samen met zijn moeder archiefstukken en een foto op van zijn overgrootvader die vanuit Java met de boot naar Suriname ging om daar op een plantage te gaan werken. Op school toonde Reyer trots zijn foto: “Lijkt hij op mij? Dan: Hij was Moslim. Ben ik dan ook Moslim?”
Jona bleek familie in Israël te hebben en was daar ook al eens geweest. Wat ze over Israël wist? “Het is daar heel warm en we gingen iedere dag naar het strand”.
Dajo wist wel dat hij een band had met Duitsland, maar niet dat hij die ook heeft met Suriname, Barbados en Indonesië.
De jongen van wie de vader van Curaçao komt, sprak zacht: “Mijn grootouders waren slaven”. Tegen mij: “Dat is heel erg, slavernij. Dat weet je toch”.
Een meisje verbleef altijd bij haar opa en oma in Marokko maar haar ouders hebben sinds kort een eigen huis.
Een jongen heeft in Turkije een hondje, genaamd Fifa.
Een ander wist dat hij Marokkaans was maar niet dat hij ook familie had in Frankrijk.
Faas komt “alleen maar uit Noord-Holland”.
Gevoelige snaar
Wat begon als een behoefte van mijzelf om met mijn zoon ons verhaal te delen, raakte een gevoelige snaar bij velen. Mijn eigen migratieverhaal bleek aanknopingspunten te bieden voor een gesprek over slavernij en Islam, maar ook over ‘gewoon’ en ‘anders’ zijn. Op Facebook stroomden de reacties binnen. De mooiste was misschien wel die van Nancy, die eigenlijk nooit echt bezig was met afkomst. Ze schrijft: “Als alle scholen dit zouden doen, zou er een generatie ontstaan die elkaar beter zou begrijpen en respecteren. Het brengt daarnaast het vluchtelingen ‘probleem’ in een ander perspectief. Mijn opa was geen vluchteling, maar de mensonterende situaties …. Om daar te komen, waar je hoopt dat het leven beter is.”
Milena Mulders woont sinds 2002 in Amsterdam-West. Haar boek ‘Met de buik het brood achterna. Mijn Sloveense geschiedenis’ verscheen in 2009 bij Amsterdam University Press. Milena is redacteur bij Geef om de Jan Eef en één van de initiatiefnemers van Ieder1 in West.