Een klein stukje stoep
Door: Stella Kamper
Eindelijk, het kruispunt van de Jan Eef met de Admiraal de Ruyterweg is af! De tramrails liggen er weer mooi bij. Het zebrapad glanst wit en gloednieuw op het grijze asfalt. Iemand is enthousiast bezig geweest met allerlei nieuwe strepen op de weg, zoals een grote ‘ga-hier-keren-pijl’, zo eentje die kinderen met krijt tekenen, maar dan de grote-mensen-versie. Er zijn jonge boompjes geplant. Kortom: het is weer een mooi kruispunt.
Midden in het meesterwerk ligt een klein stukje stoep in de vorm van een driehoek. Het is mij onduidelijk waarom. Ik vermoed dat het er ligt zodat men weer eens wat anders kan doen dan Facebook afspeuren, juist ja, nadenken over Het Waarom. Wat doet zo’n klein stukje stoep daar? Je zou er vanaf je fiets op kunnen springen, of wanneer je de weg over rent gebruiken als pitstop, het is groot genoeg voor 2 a 3 mensen, of als je heel dronken bent en je het zebrapad mist, kun je daar even uitrusten. De meeste redenen voor het stukje stoep die ik kan bedenken, behoren tot het rijtje ‘ik ben levensmoe’ want de trams, fietsen, auto’s en bussen rijden rakelings langs het stukje stoep. Daar ben je je leven niet zeker.
Wanneer de bus van de Jan Eef de Admiraal de Ruyterweg in wil rijden, blijkt het kleine stukje stoep best heel onhandig te zijn. De bus, met name die hele lange jongen, heeft moeite om er rechts omheen te komen. Een aantal buschauffeurs passeert het stoepje dan ook links, maar dat is volgens mij niet helemaal de bedoeling. Dit moet ook de aannemers opgevallen zijn, want gisteren stond er maar liefst 8 man in oranje hesjes om het kleine stukje stoep heen. Ik hoorde de mannen denken: ‘Weg ermee, dit moet anders, hoe gaan we het aanpakken, wie gaat het doen, het ligt echt in de weg’. Met risico voor eigen leven begonnen ze het kleine stukje stoep te slopen, tegels moesten eruit, er werd gezaagd, geslepen, wat een lawaai voor zo’n klein stukje stoep.
Een nacht lang lag het daar opengereten met drie oranje pionnen eromheen. De trams, bussen, auto’s en fietsen raasden voorbij. Buiten mij leek niemand het stukje stoep ‘echt’ te zien. De volgende dag, weer de drie mannen in oranje hesjes. In de stromende regen werd er weer gehakt gewroet, geschuurd, gezaagd, stenen doormidden geslepen, stenen erin, stenen eruit. Er kwam een grote truck met een grijparm. Vol spanning wachtte ik af … en toen… toen bleek het kleine stukje stoep er gewoon nog te zijn, exact hetzelfde. Het Waarom blijft nog altijd onduidelijk.